Loop aan je eigen zijde en leef eeuwig
Johannes 11: 25-26
25 "Ik geef de doden het leven terug", zei Jezus tegen haar. "Ik ben Zelf
het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij gestorven is.
26 Wie leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven. Geloof je dat?"
De meeste mensen hebben op een gegeven moment in hun leven zich afgevraagd of
er een God is of een groter geheel waar we alleen deel van uitmaken.
De oude Grieken wilden orde in Chaos creëren. Chaos was een godheid in de
Griekse cultuur. Met Chaos als ouder werden eerst Erebus (duisternis) en Nyx
( de nacht) geboren, met hun kinderen Aether (lucht) en Hemera (de dag).
Uit Nyx werden de Dood, de Slaap, de Moerae (schrikgodinnen), de Hesperiden
en Eris geboren.
Hierna wordt Gaea (de Aarde) de stabiliteit waaruit alle leven ontsprong.
Wanneer Gaea verenigd werd met Uranus (de hemel) vormden zij het eerste
godenpaar. Uit dit paar werden de Titanen geboren.
Cronus en Rea waren de belangrijkste Titanen, ze vormden een paar maar bleven
kinderloos. Uit angst om van de troon gestoten te worden door zijn
nageslacht, at Cronus alle kinderen op die zijn vrouw baarde. Wanneer Rea
opnieuw zwanger werd en het beu was dat haar kinderen steeds verslonden
werden bedacht ze een plan om haar nieuw geborene te sparen. Toen Zeus
geboren werd, verstopte Rea hem bij de oceanide Metis en zo werd hij
gespaard. Aan Cronus gaf ze een steen die in lakens gewikkeld was, waarop
deze verzwolgen werd.
Zeus groeide op en verplichtte zijn vader zijn broers en zusters uit te
spuwen. Zo werden Hestia, Demeter, Hera, Pluto en Poseidon opnieuw leven
geschonken.
Na de Titanenstrijd, waarin Zeus de macht greep, en de creatie van het
sterfelijke leven, werden de onsterfelijke goden meer talrijk. Na verloop van
tijd was er een Godheid voor elk klein detail van het leven of elke kleine
gebeurtenis.
Orde was gecreëerd in Chaos.
De Romeinen adopteerden het Griekse multi-goden geloof en maakten zo een
zelfde maar eigen systeem.
Grieken en Romeinen probeerden in de gratie van hun goden te komen door
offers, ze probeerden te vermijden dat de chaos hun leven terug binnendrong.
Voor hen was chaos een synoniem voor natuurrampen, mislukte oogsten, ziekten,
familietragedies, … zo goed als alles dat hun leven zou veranderen of
problemen veroorzaakte.
Niet iedereen apprecieerde dit soort van orde, en zeker de prijs die ervoor
betaald moest worden niet. Offers mochten niet zomaar uit eender wat bestaan,
ze moesten in de gratie van de Goden vallen en liefst een zo duur en fijn
mogelijke spijzen bevatten. In een soort protest ontwikkelde het Christendom.
Het zou best kunnen dat er een man bestond die Jezus van Nazareth heette, of
het kan dat hij enkel een verhaal was dat van vader op zoon en moeder op
dochter verteld werd om de hoop erin te houden.
Met deze figuur werd er nog meer orde gecreëerd, deze Jezus, zoon van God,
beweerde dat er slechts één god bestond, een God die zo almachtig was dat hij
elk aspect van het leven behelsde. Een vergevingsgezinde God, een God
waarvoor je alleen hoefde te bidden en geen dure offers moest brengen.
Het Christendom werd een religie voor de armen. Het multi-goden-systeem was
echter dierbaar voor hen die behoorden tot de rijkere lagen van de
maatschappij. Ze gaven wat nodig was en geloofden nog rijker te worden of
alleszins hun rijkdom constant te houden. Het Christendom streefde ernaar de
eigen rijkdom te delen met anderen en vrijgevig te zijn.
Om hun eigen orde te beschermen werden de vroege Christenen aan de leeuwen
gevoed, een ‘aangename’ bijwerking was dat het spillen van bloed het volk
tevreden hield en zo de rebellie tegen het Romeinse Rijk afgeremd werd.
Verder