Het woord Satan

Het woord Satan komt uit het Hebreeuws en betekent: tegenstander of tegenstrever. De stichters van satanisme hebben hun naam gekeuzen als geuzennaam, maar ook omdat ze een hardgrondige hekel hebben gekregen aan deze wereld van oppervlakkigheid, gematigdheid en stupiditeit. Satanisme ziet zichzelf als tegenpool van die elementen die de westerse cultuur domineren; de slappe en richtingsloze ideologie van de grote montheistische religies. Waar die groepen zichzelf associeren met schapen zal de satanist zichzelf eerder zien als een wolf of ander dominant roofdier. Satanisten zijn niet zozeer geinteresseerd om het gedrag van grote roofdieren te copieren; satanisten bewonderen de kracht en levenskracht van een leeuw of tijger maar blijven wel mensen. Mensen kunnen denken, en intellect is nogal wat sterker gebleken dan de klauwen en tanden van een groot roofdier. In de bewondering van wat in de natuur werkt emuleert de satanist niet zozeer bloeddorstigheid of wreedheid, als wel success en vitaliteit. De satanist aanbidt de overwinning, de scheppingsdaad, levenskracht, hartstocht of verovering, en in onze wereld is discipline, talent, samenwerking, ratio en realisme de beslissende factor. In die hoedanigheid is de hedendaagse satanist niet gecharmeerd van een geloof waar de voorgangers hun volgelingen tot makheid, dociliteit en laffe verdraagzaamheid oproepen.

Verder